donderdag 29 maart 2012

The Noble Savage, Rousseau.....

was datgene dat ik op het briefje schreef voorafgaande aan de presentatie over de Romantiek.

De Romantiek was mijn favoriete periode tijdens de literatuurlessen op de middelbare school. Ik verslond het boek 'Das Leiden des Jungen Werther' van Goethe en liet mij meeslepen door de 'Sturm und Drang', het lijden, de passie en de 'Sehnsucht'. Ook ik verlangde naar verre oorden, weg van de dagelijkse realiteit. En ook ik wist wat lijden was in mijn puberjaren (althans dat dacht ik toen).

Waarom Rousseau en de 'Noble Savage' als eerste bij mij opkwamen, weet ik niet. Wellicht heeft het met mijn studie antropologie te maken, waarin de 'noble savage' in het eerste jaar veelvuldig werd besproken.

The Noble Savage, oftewel het geidealiseerde beeld van de onbeschaafde mens, als symbool voor de goedheid van de mens die niet blootgesteld is aan de verdorven invloeden van de 'beschaving'.

De verheerlijking van de 'noble savage' kwam, tijdens de Romantiek, vooral in het werk van Jean Jacques Rousseau naar voren. Bijvoorbeeld in 'Emile, or On Education', een boek over de verdorven invloed van het traditionele onderwijssysteem. Het boek gaat over belangrijke politieke en filosofische vragen omtrent de relatie tussen het individu en de samenleving; over hoe het individu zijn/haar innerlijke goedheid kan bewaren, terwijl hij/zij tegelijkertijd deel uitmaakt van een verdorven samenleving (de zij van hij/zij is mijn eigen toevoeging. Rousseau zelf schrijft met name over mannen...)
De openingszin van het boek is “Everything is good as it leaves the hands of the Author of things; everything degenerates in the hands of man''.
Rousseau beschrijft in dit boek een educatie systeem waarin de 'natuurlijke' mens geleerd wordt de bedorven samenleving te overleven.
Het boek wordt door sommigen gezien als het startpunt van de filosofie van de educatie in het Westen.

Rousseau gelooft dat met name voor jonge kinderen het onderwijs minder gericht moet zijn op boeken, maar meer op de interactie van het kind met zijn/haar omgeving. De nadruk hierbij ligt op het ontwikkelen van de zintuigen. Op een manier is deze benadering de voorloper van het Montessori onderwijs.
Als Emile, de hoofdpersoon uit het boek, fysiek sterk genoeg is en genoeg geleerd heeft over de wereld om hem heen, is het tijd voor: sentiment. 'We have made an active and thinking being. It remains for us, in order to complete the man, only to make a loving and feeling being—that is to say, to perfect reason by sentiment”. Pas hierna is Emile klaar om zijn intrede te maken in de maatschappij.

Rousseau is echter niet de leraar van Emile, maar diegene die de omstandigheden schept waardoor Emile zijn eigen kwaliteiten (die hij nodig heeft als volwassene) dient in te zetten. Rousseau gaat hiermee terug naar de wortels van de educatie. Deze stammen af van het Latijnse woord educare, wat 'eruit halen' betekent. Educatie die erop gericht is de kennis van het kind te activeren, in plaats van er alleen maar nieuwe kennis in te stoppen (zoals in veel huidige onderwijssystemen).

Het doet mij denken aan het boek van Ivan Illich 'Deschooling Society' over de functie en en impact van educatie systemen. Als ik het mij goed herinner is Illich van mening dat kinderen veel meer leren vanuit zichzelf, op de plaats en de tijd die zij zelf kiezen, als binnen een school.
'Het institutionaliseren van menselijke behoeften met behulp van technische ontwikkeling vormt  een bedreiging voor een vrije samenleving', aldus Illich.
Ivan Illich bekritiseerde de industriĆ«le samenleving op het moment dat mensen nog geloofden in de maakbaarheid van de samenleving. Tegenwoordig wordt hij gezien als iemand die in een vroeg stadium waarschuwde voor onbeperkt optimisme en het vertrouwen in de vooruitgang. In zijn tijd werd Illich vaak als een radicaal-linkse criticus gezien.

Call and Response

In de presentatie van Merit en Jasper werd gesproken over 'Call and Response'. Jasper omschreef de betekenis als 'dialoog in en met het medium'. Deze term maakte mij nieuwsgierig en ik ben gaan zoeken naar wat 'Call en Response' inhoudt.

Michele Foster (2001) omschrijft het begrip als 'a form of spontaneous verbal and non-verbal interaction between speaker and listener in which all of the statements ('calls') are punctuated by expressions ('responses') from the listener.

In Afrikaanse culturen is call-and-response een vorm van democratische participatie; in publieke bijeenkomsten, in discussies over burgerzaken, in religieuze rituelen, alswel  in vocale en instrumentele muzikale expressie.

De call and response in de muziek houdt in dat een 'leider' een regel begint, gevolgd door een reactie van het koor. Deze afwisseling tussen leider en koor  is karakteristiek voor de Afrikaanse muziek, en werd een belangrijk element in de Afro-Amerikaanse muziek. In 'call and response' wordt het publiek actief betrokken in de 'performance'. De voor het Westen zo bekende scheiding tussen publiek en performers wordt opgeheven. Het is niet de bedoeling om naar de muziek te kijken, het is de bedoeling om mee te doen.

Hieronder iets meer over de geschiedenis van 'call and response':
De slaven in Amerika bezaten bij aankomst geen enkel instrument om te bespelen. Hun enige echt muzikale bezit was hun stem. Zij zongen in polyfonie, oftewel meerstemmigheid, wat wil zeggen dat meerdere stemmen in gelijkwaardigheid tegelijkertijd klinken. Meerder melodieĆ«n konden tegelijkertijd worden gezongen zonder dat er sprake was van een duidelijke ‘lead vocal’. Ook hun ritmes waren polyritmisch, dwz meerdere ritmes die tegelijk klinken en gelijkwaardig samengaan in een complex geheel. Zowel hun manier van zingen, als hun ritmes, weken in alles af van de Europese muziektradities van die tijd.
Het was de slaven in het algemeen verboden op instrumenten te spelen.  Zodoende waren ze hoofdzakelijk op hun stem aangewezen om hun identiteit en cultuur te handhaven en te bevestigen en zich te kunnen uiten. Tijdens het werk in de velden werden er Field Hollers gezongen, vaak met een voorzanger die werd beantwoord, de Call en Response. De teksten gingen vaak over de harde omstandigheden maar bevatten ook verborgen boodschappen en berichten. Bij wegenbouw en bijvoorbeeld spoorwegaanleg werden Worksongs gezongen die deels het werk konden verlichten om bepaalde gezamenlijke handelingen collectief te kunnen verrichten. Later volgde de Blues, Jazz, Rhythem and Blues, Rock and Roll, Soul, R&B, HipHop tot werkelijk alle zangstijlen die muzikanten tot op de dag van vandaag in de popmuziek gebruiken (http://www.cccinc.nl/ccc/?p=494)

Ik wil nog iets verder in gaan op de verborgen boodschappen en berichten die door het zingen van liederen aan elkaar door werden gegeven. Het was voor slaven namelijk verboden om met elkaar te praten tijdens het werk. Maar zingen was wel toegestaan. De ‘negro-spirituals’ (waarvan 'call and response' er een van is) ontstonden doordat de slaven hun Afrikaanse muziek, zang en dans met de Presbyteriaanse kerkmuziek en zang vermengden (afkomstig uit Engeland).
De tekst van deze spirituals bevatten vaak zogenaamde codewoorden, de slaven mochten niet openlijk tegen de autoriteiten ingaan en ook zeker niet de hulp inroepen van God. De spirituals hadden vooral een religieuze betekenis, maar konden ook gezien worden als politieke liederen.

Een voorbeeld van een 'call and response' is Swing Low Sweet Chariot ( http://www.youtube.com/watch?v=iRXRS4IQm3E)