zondag 30 oktober 2011

Don't Hit Mama, Mama hits you back

In de korte documentaire 'Move in the modern World' vertelt Nita Liem over haar motivatie om samen met jongeren, uit verschillende culturen, een dans/theater voorstelling te maken.
Haar aanpak is vernieuwend. In plaats van op klassiek/moderne dans richt de dans/theatergroep 'Don't Hit Mama' zich op hip hop. Nita Liem is al vanaf de jaren '80 betrokken bij de hiphop beweging. In die tijd was hip hop nog een tegenbeweging, gebaseerd op Afro-Amerikaanse dansvormen. Nu is hip hop veel meer ingeburgerd.
Het materiaal waarmee gewerkt wordt, zijn de studenten zelf. Hun verhalen, hun culturele achtergrond, hun geschiedenis. Hip hop wordt gezien als het gereedschap om mensen bij elkaar te brengen. Oftewel: 'it's not about the steps, it's about the approach'.
Haar voorstellingen gaan over politiek, engagement, bewustwording en kunst. De centrale vraag is: Waar kom jij vandaan? Reizen, migratie en identiteit zijn belangrijke thema's. Om de ander echt te kunnen begrijpen, is het van groot belang om naar je eigen geschiedenis te kijken, je eigen cultuur. 'You can't create common ground with someone else, if you lack the knowledge about where you come from''. Nita Liem wil de kleurrijkheid en de kracht van migranten laten zien. Ze is altijd op zoek naar verschillen, naar differentiatie. Naar liminaliteit.
In de antropologie wordt het begrip liminaliteit veelvuldig gebruikt. De liminale fase is het middelste onderdeel van een rite de passage, oftewel een overgangsritueel. In deze fase betreedt men een soort liminale status tussen vroegere en toekomstige identiteiten in. Je identiteit ligt niet geheel vast, je bevindt je tussen twee werelden. Degenen die samen een liminale fase ondergaan vormen een bijzondere, sociale groep die zich, vaak, kenmerkt door solidariteit, sociale gelijkheid en gezamenlijkheid. Aldus de antropoloog Victor Turner.
     Migratie is ook een vorm van liminaliteit; tussen twee werelden; waar hoor je bij? waar voel je je thuis? wat is je identiteit?
     In deze zin spreekt het werk van Nita Liem mij erg aan. Haar onderwerpen liggen dichtbij de onderwerpen die ik zelf bestudeer (of gebestudeerd heb). Voor mijn studie Antropologie heb ik veelvuldig onderzoek gedaan naar migranten uit met name Oost-Europa. In gesprekken met migranten kwam vaak naar voren hoe moeilijk het is om tussen twee werelden te leven. Om nergens bij te horen. Omdat je veranderd bent. Je hebt afscheid genomen van je verleden, maar je draagt dit verleden wel met je mee. Je neemt bepaalde normen, waarden of gewoontes over uit het migratieland, maar niet alles past bij je. Het mooie van Nita Liem's werk vind ik dat ze deze fase als uitgangspunt neemt voor haar voorstellingen. En dat ze mensen met verschillende achtergronden, met verschillende stijlen met elkaar (probeert te) verbindt (en).
     Momenteel werk ik op de afdeling educatie van MasterPeace; een internationale vredesbeweging waarin kunst, cultuur en muziek een grote rol spelen. In ons educatieprogramma gaat het over vrede in jezelf, in je omgeving en in de wereld. Samenwerking en verbinding staan centraal. Leerlingen leren naar elkaar, en naar zichzelf, te luisteren. Leerlingen leren over het leven van mensen in conflictgebieden. Over hoe kinderen door dans/theater/tekenen hun oorlogservaringen laten zien.  In de toekomst hopen we dat leerlingen, overal ter wereld, via social media, met elkaar hun ervaringen gaan uitdelen. In woord en/of in beeld (muziek, schilderijen, foto's, etc). Engagement, bewustwording, politiek en kunst zijn belangrijke thema's; net als in het werk van Nita Liem.
    
    
    

vrijdag 14 oktober 2011

Ratio versus Emotie

Verlichting versus Romantiek. Ratio versus Emotie. Objectiviteit versus Subjectiviteit. Kant versus Hegel. Apollo versus Dionysus.

Volgens Hegel vullen tegenstellingen elkaar aan. Twee polen (these en antithese), oftewel de dialektiek, komen samen in de synthese, het 'hogere plan'.

Er is een moment van benoemen (woorden, rationeel) en een moment van ervaren (gevoel, irrationeel). Beide polen zijn in continu conflict met elkaar.

Neem Apollo en Dionysus. Apollo staat voor orde, regelmaat, evenwicht en het verstandelijke. Dionysus vertegenwoordigt de roes, de extase, het onvoorspelbare en gevoelsmatige.

Voor veel mensen, waaronder mijzelf, zijn deze beide polen, deze karakters, in conflict met elkaar. Binnen in jezelf, een voortdurende uitputting.
En waar zijn de woorden? Waar zijn de woorden om uit te drukken wat je voelt? Hoe vertaal je deze gevoelens naar anderen? Wanneer en door wie word je begrepen, met of zonder woorden, of juist niet?En wat kan kunst hierin betekenen?
      Steven ten Thije benoemt het belang van de uitwisseling. Van woorden (of kan dit ook zonder woorden?). Kunst is niet alleen een prive aangelegenheid, maar ook een gemeenschappelijke. De Franse filosoof Jacques Ranciere schrijft over de relatie tussen het politieke en het esthetische. Het esthetische verwijst naar het gevoel, de plek van sensatie, van waaruit je begint met denken. Waar je kan zien, voelen en daarmee naar buiten kan treden, om je gevoel te delen, meestal door middel van de taal  (het politieke). Wat vind jij ervan? Wat zie jij in dit schilderij? Zoals in de negentiende eeuwse salons, waarin mensen van verschillende rangen en standen bij elkaar kwamen om te praten over, onder andere, kunst.

Gerhard Richter

In 1988 maakt Richter schilderijen van topleden van de RAF die gevangen zaten in de Stanheim gevangenis. De vraag is: wat wilde Richter met deze schilderijen? Zelf is Richter gevlucht van het communistische naar het kapitalistische systeem, waarom maakt hij dan schilderijen van links radicalen? Van de 'terroristen' en niet van de slachtoffers? Richter schept geen eenduidig beeld. Hij geeft geen ja of nee tegen de RAF.

Richter heeft sympatie voor de splitsing tussen het nadenken en het voelen. Dit is, volgens Richter, iets menselijks.
Wellicht is dit wat hij probeert te bereiken met zijn schilderijen. Het kijken naar deze schilderijen wekt emoties op, maar mag je deze emoties wel voelen voor het onderwerp? Het zijn toch 'terroristen'? Of toch niet?

Evi Vingerling

Evi Vingerling vertelt, op zeer eigen wijze, over haar werkproces. Over de foto's die ze neemt. De foto's die haar inspireren voor haar, veelal abstracte, schilderijen. Ze laat zien wat gelukt is, maar ook wat niet gelukt is. Persoonlijk heb ik weinig met haar schilderijen. Voor mij zijn ze te abstract, te weinig zeggend. Ik zoek altijd ergens naar een dieperliggende gedachte, naar iets figuratiefs. Ik snap haar schilderijen gewoon niet. Ik begrijp wel hoe je geinspireerd kan raken door vormen en kleuren. Door de lichtjes van de stad, of de bloemen aan een boom. Door te kijken naar details. En deze dan te abstraheren. Dat kan/snap ik dan weer niet.
     Dit zegt iets over de relatie van het kunstwerk en de kijker. Wat zie ik in een schilderij? Wat spreekt mij aan, of juist niet? Begrijp ik wat de kunstenaar wil zeggen? Kunst in de tweede persoon.
Een individueel oordeel. Het schilderen voor een publiek, of juist niet. Het onderwerp van Duve's hoofdstuk 'Hier zijn wij'.

woensdag 12 oktober 2011

Daar ben je!

Spiegels danken hun inzicht aan het vermogen om te reflecteren en de persoon die voor ze staat tot reflectie te brengen. Manet's schilderijen zijn een soort spiegels, waarbij het met name gaat om de blik.Het contact met het schilderij. Het gevoel dat het schilderij bij je oproept. Het verhaal. De sensatie. Het delen van je gevoel. Het schilderij is niet langer een verbeelding van het verleden, maar ook van het heden, van de toekomst. Het eerste of echte onderwerp van het schilderij is de aanwezigheid van de kijker voor het schilderij. Het schilderij 'weet' dat het bekeken wordt en laat dat weten aan degene die ernaar kijkt. Zoals in het schilderij 'de verraste nimf'; zij kijkt ons aan, zij weet dat wij daar staan. Wij zijn de voyeurs, aldus Duve. Of in 'Olympia', waarin wij met een zelfverzekerde blik worden aangekeken. Een blik die gelijkwaardigheid uitstraalt. Een zelfverzekerdheid die aangeeft dat zij in niets voor ons onderdoet. Het barmeisje uit 'Un Bar aux Folies-Bergere'. Ze bloost. Maar waarom? Komt dit door ons? Of door de man met de hoed, te zien in de spiegel achter de bar. Wat is het verhaal?

Duve vergelijkt het figuratieve werk van Manet met het abstracte werk van Ryman. Beiden zijn in zekere zin modernistische schilders, omdat het in hun werk gaat om de relatie tussen de schilder en het doek, en later de kijker en het doek, waarbij het effect dat het schilderij heeft, 'de derde persoon', wegvalt. Het gaat om schilderkunst in de tweede persoon. De schilder in actie richt zich niet tot zijn publiek, maar tot zijn doek. Het afgewerkte schilderij richt zich tot de kijker.

De definitie van schilderkunst in de derde persoon is, volgens Picasso, het illusionisme zonder het opheffen van ongeloof. Het schilderij, de schilder en het model vormen een driehoek. Picasso laat het niet aan het publiek over om zijn schilderijen te interpreteren.

In het jaar 1912-1913 verdwijnt de menselijke figuur uit het schilderij. Mondriaan is een van de belangrijke schilders uit deze periode. Mondriaan werd geinspireerd door het kubisme van Picasso en Braque. Het grootste verschil tussen hen en Mondriaan ligt in de benadering van de ruimte, samengesteld uit vlakken, gescheiden door lijnen. Mondriaan drukt zichzelf niet uit. Hij schildert niet in de eerste, maar in de tweede persoon. Er is geen onderscheid meer tussen figuur en achtergrond. Het 'faciale', het 'gezichtelijke' heft die tegenstelling op. Het ware oog in oog maakt elk contrast, elke hiĆ«rarchische ordening van figuur en achtergrond, onmogelijk. Daarom kan schilderkunst in de tweede persoon niet bestaan zonder het opheffen van die tegenstelling.